De hele dag skiën, ’s middags in de après-ski en ’s avonds feest. Alleen maar mooie skileraren, sneeuw, zon, een hoop plezier en een mega goggle-face. Je zou haast denken dat het leven van een skileraar één groot feest is. Dat is het op zich ook, maar het is ook keihard werken!
Tijdens mijn studententijd gaf ik een aantal weken (hoe meer, hoe beter) per seizoen skiles in ‘die Phantastische Skischule Maria Alm’. Op mijn 17e stond ik al in Kinderland de eerste snotneusjes af te vegen en skietjes in de pizzapunt naar beneden te slepen. Ook stond ik om de 10 minuten bij de wc met een gevalletje ‘ik moet ECHT plassen’ waar je dan net wel of net niet op tijd bij was en leerde ik dat een trui over een skibroek met bretels niet echt handig is als het nood is (waarom denken ouders toch dat dat handig en ‘lekker warm’ is). En ja, ik heb genoten van de heerlijke zonnige dagen op de piste, de heerlijke tijd in de sneeuw en de gezellige après-ski na je werk. Tel daar alle gezellige avondfeestjes nog bij op, en het moge duidelijk zijn dat ik de allerleukste bijbaan als student had! Maar als skileraar sta je ook vroeg op, sta je skiles te geven aan leuke EN aan huilende, krijsende kinderen, verschoon je volgeplaste skibroeken, ski je soms de hele dag door in de regen, en sta je klagende ouders te woord.
Om 7:00 gaat de wekker. Je wordt wakker met of zonder hoofdpijn (afhankelijk van het aantal biertjes de avond ervoor). Misschien wat vroeg, maar als je naar buiten kijkt en de sneeuw ziet schitteren in de zon, de besneeuwde bomen, de wolkjes als mensen uitademen, dan is je dag al goed. De lessen beginnen om 10:00, maar eigenlijk sta je elke dag al eerder op de piste. Want of je nu in Kinderland de oefenhelling omtovert tot een kinderparadijs, de bandliftjes sneeuwvrij schept, een slalom steekt, slalomhesjes zit uit te sorteren of aan het begin van de week erbij moet zijn voor het indelen van de groepjes: er is altijd wat te doen! Twee keer per week staat er een lerarentraining op de planning. De eerste lift (8:00) naar boven en dan wordt er aandacht besteed aan je eigen skitechniek óf aan oefeningen die je in je lessen kunt gebruiken.
En dan om 10:00 is het zover, dan beginnen de lessen. Daarvoor heb je je (vaak meer dan) 10 kinderen verzameld. Met een beetje geluk hoef je je slechts tot twee talen te beperken, maar dat kan ook zomaar anders uitpakken. In Maria Alm komen veel Deense gezinnen. En omdat ze daar denken dat Nederlands en Deens wel wat van elkaar weg heeft, kwam ik vaak op minstens 3-4 talige klasjes uit. Afhankelijk van het niveau van je groepje sta je ofwel in Kinderland 2 uur lang je uit de naad te werken om kinderen aan het remmen te krijgen, ofwel ben je heerlijk op pad in het skigebied. Het leuke aan een beginners klasje is dat je deze kinderen echt vanaf het begin leert skiën en de vooruitgang (en daarmee dankbaarheid van ouders) echt gigantisch is. Bij gevorderde kids ligt dat toch wat anders. Er is vaak wel wat gedoe over de indeling van de groepjes. Daar ligt ook je grootste uitdaging in het compleet houden van jouw klasje. Het is mij vake dan eens overkomen dat ik ofwel een kind miste, ofwel een voor mij nog onbekend skiertje aan mijn slinger had plakken. Gelukkig is de rode-skipakken-brigade groot, en vinden uiteindelijk alle kindjes hun skileraar weer terug. Toch zorgt het voor een hoop hilariteit (en soms serieuze stress). Ook het stoeltjeslift-tafereel vraagt de nodige social skills van de skileraar. Zie 10 snotneuzende kindertjes maar eens allemaal kwijt te raken aan bekwame skiërs die zich willen bekommeren om het kindje. Zijn ze oud genoeg, dan was mijn strategie vaak: “Jongens, zorg dat je bij een volwassene in de lift zit, ik zie jullie boven”.
En dan om 12:00 is het tijd voor de lunch. Sommige kinderen eten met hun ouders. Andere kinderen gaan met jou mee eten. Een waar timemanagement om in een uur tijd de kids eet-klaar te maken (kleren uit, plassen), ze genoeg eten naar binnen te laten werken, zelf nog wat te eten, ouders nog even te woord te staan en vervolgens alle kids weer ski klaar te maken (weer plassen, kleren weer aan). En dan is het tijd voor het middagprogramma! Vaak zijn de kids een stuk vermoeider dan in de ochtend en meestal pas ik in de middag vooral toe wat ze in de ochtend geleerd hebben. Wat minder technisch en wat extra ‘fun’. Het timemanagement komt weer om de hoek kijken als je om stipt 15:00 beneden de kinderen weer wilt afzetten. Want te vroeg aan komen is ‘not done’ (“ik heb toch betaald voor 4 uur skiles op een dag”), maar te laat wordt meestal ook niet gewaardeerd. En dan gaan NATUURLIJK op die laatste afdaling ‘en publique’ op het spitsuur om 15:00 één voor één al jouw fantastische skiërs onderuit, doorkruisen ze andere skiklasjes, of heb je een ‘hoopje’ schreeuwende kinderen op de piste liggen die je uit de knoop kan halen. Tsja… het ging de rest van de dag zo goed.
En dan komt daar jouw waardevolle uurtje vrije tijd. Snel nog even naar boven, een paar runs zelf genieten op de ski’s. Zeker als je maar een weekje weg bent en elke dag lesgeeft, is dit het belangrijkste moment van de dag. Daarna voer je je gemaakte uren in op kantoor, en doen we natuurlijk met zijn allen een drankje achteraf. Maar ook ben je veel middagen of avonden nog op pad en bezig met skileraar zijn: een kinderfest, een carnavals-dorps-feest, de skishow op dinsdagavond, de kinderfakkeltocht op oudjaarsdag, en natuurlijk elke vrijdag de prijsuitreiking.
Lekker uitrusten zit er zo’n week dus niet in. En toch… skiles geven is een droombaan!